Martinikerk 

Het vermoeden bestaat dat er al in de 13e eeuw een kerkje heeft gestaan in Itens. De huidige klok is daar mogelijk een overblijfsel van. Deze dateert uit 1312 en draagt als opschrift (vertaald): Stephanus maakte mij in het jaar 1312 ter ere van de zalige bisschop Martinus. Daarmee zou ook de toenmalige kerk aan de heilige Martinus zijn gewijd. Zoals veel kerken in de omgeving: Easterein, Sneek, Bolsward. Tijdens de restauratie van de huidige kerk zijn de fundamenten van de middeleeuwse voorganger kerk teruggevonden, net binnen de bestaande muren van de kerk.

Een oude afbeelding uit 1723 van Jacobus Stellingwerf(f) laat een mogelijk romaanse toren zien met daarachter een schip met gotische ramen en een driezijdig gesloten koor.

In 1770-1771 wordt het dak van de kerk van dakpannen voorzien i.p.v. de leien die er tot dan toe oplagen en is er ook sprake van verf en glas, dus mogelijk zijn de ramen toen vervangen.

Al in 1804 wordt de kerk dan alsnog afgebroken en in 1805 de bestaande kerk gebouwd. De toren is blijven staan, maar heeft een “moderne” bekroning gekregen in de vorm van een koepel.

In 1842 wordt dan alsnog de oude toren afgebroken en een nieuwe toren met koepel gebouwd.

De nieuwe kerk heeft in 1806 een orgel gekregen van orgelbouwer Radersma uit Wieuwerd. In 1876 hebben ze dit orgel weer te koop gezet:

De Hervormde Kerkvoogdij van Ytens (Itens) bood op 13 en 20 mei 1876 een kerkorgel te koop aan in de Kerkelijke Courant. Dit orgel had één klavier met zes stemmen.

Manuaal: Holpijp 8' (B/D), Viola di Gamba 8' (discant), Prestant 4', Fluit 4', Openfluit 4' (discant), Woudfluit 2'.

In 1876 volgt in de kerk dan de plaatsing van een nieuw orgel. Het orgel is gebouwd door Willem Hardorff. Het instrument heeft één manuaal en aangehangen pedaal. Er was bij oplevering een lege sleep. Bakker & Timmenga voerde in 1923 een revisie uit, waarbij de Salicet 4' werd vervangen door een Aeoline. Op de lege sleep plaatsten zij een Roerfluit 4'. In 1970 is het orgel gerestaureerd, door Haarsma. De Aeoline uit 1923 is toen vervangen door een nieuwe Quint 3'.

Manuaal (C-f'''): Prestant 8', Viola di Gamba 8' - C-H gecombineerd met Holpijp, Holpijp 8', Octaaf 4', Roerfluit 4' - 1923, Fluit d'Amour 4', Quint 3' - 1970, Woudfluit 2', Tremulant.

Pedaal (C-g°): Aangehangen.

In 1978 is de kerk uitgebreid gerestaureerd, waarbij onder de houten vloer oude grafzerken tevoorschijn kwamen. Toen is ook de 17e eeuwse preekstoel ontdaan van een zwarte verlaag, waarbij eiken weer tevoorschijn kwam. De overgebleven banken werden op grond van oude resten, net als het orgelfront al was, weer voorzien van geschilderd imitatie-eiken.

Het doopvont is uit 1863.